Waterstof Infrastructuur – Gasunie – Webinar

Op 1 oktober keek ik met bijna 400 andere geinteresseerden naar het Webinar dat Gasunie  organiseerde over waterstof infrastuctuur, en specifiek de toelichting bij de vragenlijst die Gasunie lanceerde om informatie van (markt) partijen te krijgen over wat er nodig is.

Zie ook Link.

Altijd interessant om te zien waar mijn vroegere collega’s nu mee bezig zijn, en een goede manier om een paar highlights van de toekomstige infrastructuurprojecten mee te krijgen. En ook weer een paar nieuwtjes meegepikt. 

Eerste blok over het Waterstof leidingen systeem, druk en kwaliteit.

  • De beoogde eerste fase van de backbone heeft drukken tussen 10 en 30 bar. Daarna zou de druk naar 30-50 bar kunnen gaan. 
  • Discussie over welke van drie van waterstofspecificaties: hoe zuiver moet/kan de waterstof in de infrastructuur zijn: 98% of 99 % of 99,5 %. Uiteindelijk zal Gasunie van 1 van de drie uitgaan als de ‘gekozen ‘pipe line grade’ waterstof. 
  • PSA betekent pressure swing adsorption: een methode om waterstof (verder) te zuiveren, door ongewenste gassen te verwijderen. 

In het tweede deel drie verhalen over waterstof opslag.

De komende weken  – in verschillende fasen- gaat Gasunie de marktinformatie ophalen  en analyseren, en daarna uiteraard weer delen.

In de live chat verschillende vragen:
– welke partijen gaan de ‘ancilleray services’ (aanpalende diensten) leveren. Zoals levering van de PSA (de zuiveringsinstallatie bij invoeden van H2 in gasnet of lokaal bij het onttrekken van H2 aan het net).
– hoe kunnen kleinere partijen betrokken worden en aansluiten, was de vraag. Antwoord: via Hyway 27 overheidsproject, uitgevoerd door oa Gasunie en Tennet. 
– wat worden de kosten voor H2 transport. Gareth Noble, verantwoordelijk voor de commerciele kant van het project bij Gasunie liet dat als cliff hanger in de lucht hangen:  Gasunie heeft al wel berekeningen gemaakt, maar die houdt Gasunie nog even voor zich. Over 6 weken , na de marktinformatie geanalyseerd te hebben komt Gasunie er mee naar buiten.
Mijn oproep  aan Gareth: vertel er dan bij hoe dicht de huidige (1 oktober) interne getallen van Gasunie zitten  bij de getallen Gasunie publiceert half nov. En als ze significant afwijken, welke marktinformatie heeft tot de wijziging geleid? 

Project Uithoorn – Stedin – Webinar

Kort geleden, op 17 september, een interessant webinar gezien van Stedin. Over een project dat ze dit najaar gaan doen in Uithoorn.
Wat me erg aansprak was de instelling van ‘leren door doen’, en niet uitgebreid en langdurig studeren. Projectleider is Frank van Alphen. 

Doel van het project is ervaring op doen met het ombouwen van huizen die nu op basis van aardgas verwarmd worden naar huizen die op waterstof verwarmd kunnen worden. Met als stip op de horizon (onder voorwaarden) de ombouw van Stad aan ’t Haringvliet in 2025.

Netbeheerder Stedin gaat samen met o.a. installateur Feenstra een 14 tal huizen ‘ombouwen’. Om uit te vinden ‘hoe lang een huis afgeschakeld is van gas bij de ombouw’: kan dat in 1 ochtend of duurt het langer? Dat willen de projectpartners uitproberen.

Hoe doe je dat dan? De 14 huizen in Uithoorn zijn nu nog aangesloten op het aardgasnet , maar worden binnenkort gesloopt. In de periode nadat de laatste bewoner het huis verlaten heeft en voor de sloop gaat Stedin 9 weken lang experimenteren. Huis voor huis, of per groepje huizen, omzetten , ‘als een treintje’. Gecontroleerd, overdag en op werkdagen. In samenwerking met experts van de veiligheidsregio. 

Nieuw voor mij was  dat voor dit project -om praktische redenen- eerst een nieuwe waterstofleiding wordt gelegd. Daar worden de huizen achtereenvolgens aan vast gekoppeld (en losgekoppeld van de bestaande aardgasleiding); als het hele blok van 14 huizen op de nieuwe waterstofleiding zit, wordt het geheel weer op de oude aardgasleiding, die nu met waterstof gevuld is, gezet. De tijdelijke waterstofleiding kan dan weer opgepakt worden en voor een volgend blok gebruikt worden. In eerste instantie was ik verrast omdat ik dacht dat de truck van het hergebruik van aardgasleidingen was, dat je GEEN nieuwe leiding hoeft te leggen voor waterstof, omdat je de bestaande leiding gebruikt.  Ok, dit is een tijdelijke leiding, die steeds hergebruikt kan worden.

Op de website van Stedin is dit uitgelegd met een leuk filmpje.

Voor dit experiment wordt de benodigde waterstof aangevoerd met flessen. Voor deze proef wordt waterstof niet geodoriseerd (odoriseren = van geurstof voorzien), hoewel dat in een demonstratieproject met bewoonde huizen, zoals in waterstofwijk Hoogeveen wel de bedoeling is.  Voordeel om nu niet te odoriseren is dat het uitdamp-effect gemeten kan worden: hoe lang duurt het om de zwavelhoudende geurstof die aan aardgas wordt toegevoegd, en die jaren lang door de aardgasleidingen heeft gestroomd, niet meer meetbaar is als er waterstof door de leidingen stroomt.

Citaat Albert van der Noort – Stedin
Stedin  als netbeheerder heeft niets aan tijdelijke taken van 5 of 10 jaar. 

De resultaten van de experimenten, kort maar krachtig, met ongetwijfeld veel meetdata, wordt gedeeld via de website van Netbeheer Nederland, dossier waterstof.

TEO, TEA en TED

Drie namen, niet van personen, maar van warmtebronnen. In het zoeken naar duurzame alternatieven voor het verwarmen van huizen met aardgas, is ook het gebruik van thermische energie uit water een mogelijkheid.

De thermische energie uit het water kan gebruikt worden als warmtebron voor een warmtenet waarmee warm water voor verwarming aan huizen wordt geleverd. Oppervlaktewater wordt in de zomer opgewarmd door de zon en kan worden gebruikt voor het verwarmen van huizen. Het is daardoor een oneindige warmtebron.

Mogelijke warmtebronnen  

• Thermische energie uit oppervlaktewater (TEO,) 
• Thermische energie uit afvalwater (TEA)
• Thermische energie uit drinkwaterleidingen (TED)
• Overige bronnen zoals restwarmte uit datacenters, condens warmte en industriële restwarmte.

Bij TEA wordt ook warmte van gemalen en rioolwatertzuiveringen meegerekend. TEO en TEO worden ook samen lage temperatuur aquathermie genoemd. 

In welke delen van het land TEO, TEA of TED bruikbaar is, wordt bepaald door de verhouding warmteaanbod en warmtevraag. En ook in hoeverre er op elke moment in de tijd een balans is tussen die twee. In waterrijke provincies als Noord-Holland is het een interessant alternatief.
 
In een recent rapport van Syntraal, gemaakt in opdracht van de provincie Noord-Holland is het warmtebronnenregister geactualiseerd en uitgebreid. Hiermee is zicht op  het aanbod van warmtebronnen. Er zijn al bestaande warmtenetten in Purmerend, Amsterdam, Almere en Lelystad.
 
Voor maar 6 van de bijna 450 wijken in Noord-Holland liggen de waterwarmtebronnen te ver van de wijk af om effectief in te kunnen zetten. Hier zou verder gekeken kunnen worden naar andere warmtebronnen, bijvoorbeeld restwarmte afkomstig van de industrie en datacenters, of geothermie; warmte uit de diepe ondergrond. Figuur uit rapport Syntraal, ‘Inventarisatie en analyse data warmtetransitie – Provincie  Noord -Holland’, maart 2020
Analyse en conclusie
In Noord-Holland is het  overgrote deel van de bestaande woningen gebouwd vóór 2000, en daarmee niet direct geschikt voor lage temperatuur verwarming (40-50 ºC). In het rapport is daarom gekozen  voor een midden-temperatuur warmtenet waarbij warmte uit de lage (15-25 graden) of midden temperatuur (30-40 graden) warmtebron wordt opgewarmd tot 70 graden, voordat het naar de woningen gaat. Voor het opwarmen wordt gebruikt gemaakt van warmtepompen, die weer stroom nog hebben.  Voor een duurzame optie moet dit dan wel groene stroom zijn. 
 

De conclusie van de analyse was dat bijna alle 1,5 miljoen gebouwen in de provincie Noord-Holland aangesloten kunnen worden op duurzame warmte uit oppervlaktewater (96%).

INPUT RES

Dit rapport wordt gebruikt in de lopende  gesprekken over de Regionale Energie Strategieen, waar voor alle wijken in Nederland een warmtevisie moet worden vastgelegd. 

Webinars Galore – waterstof en meer

Webinar in plaats van bijeenkomst
Sinds half maart leven we in het corona tijdperk, met grote gevolgen voor de woon-werk verplaatsingen. Dit zijn tot een minimum beperkt voor heel veel mensen. Ook ik heb de afgelopen drie maanden vanuit huis gewerkt.
Digitaal vergaderen is heel gewoon geworden. Digitaal lessen volgen, tentamens maken en zelfs digitaal afstuderen (al dan niet vanuit het buitenland) en promoveren.
 
Steeds meer organisaties organiseren webinars, on line talk shows,  podcasts of live stream bijeenkomsten op you tube.
Sommige organisaties zoals New Energy Coalition, waren er snel  bij en hadden al in april virtuele bijeenkomsten. In juni kwam er een hele hausse van webinars op gang:  al die bedrijven en organisaties die al een tijd ‘iets digitaal’  wilden doen. Vaak blijkt het toch wat meer voeten in de aarde te hebben om van idee naar realisatie te komen en dan wil je het nog wel voor de zomer doen. “We prikken een datum eind juni”.
30 juni Barntalk online
 
En zo kan het gebeuren dat ik zomaar drie uitnodigingen voor (overigens interessante) webinars krijg voor 1 en dezelfde dag. Kort na de zomer, begin september verwacht ik weer een nieuwe stroom webinars. 
 
Gezien
De afgelopen periode heb ik een heel aantal webinars live gevolgd. Leuke is dat – waar je pre corana soms moest betalen voor een symposium- de webinars meestal gratis zijn. Achteraf krijg je ook meestal de link om de webinar nog eens terug te kijken. je kunt dan alleen niet meer mee doen met de live chat. Goede service, dus als je in de zomervakantie een uurtje over hebt…