Martine van Gemert – ik verzin een formule die alle mileuproblemen oplost

Op 11 november, Sint Maarten, zit ik aan het eind van de ochtend in een eettentje in centrum Groningen voor een gesprek met Martine van Gemert. 

Wie ben je?

Martine van Gemert, 44 jaar, woont in Assen met vriend en twee kinderen (11 en 9). Geboren in Brabant en veel verhuisd in die periode. Na de lagere school in Apeldoorn verhuisde ze met het gezin naar Groningen, in de voetsporen van het werk van haar vader.

Ik houd van exacte vakken wetenschap, zegt Martine, taal is: je leert een paar regeltjes uit je hoofd en je kunt het of je kunt het niet. Wetenschap is anders, je kunt er iets mee ontdekken, hoe dingen werken. Er kan iets nieuws uitkomen.

Martine was een jaar of 15-16 toen ze zich druk maakte om het gat in de ozonlaag, de zure regen, iedere avond was het wel op journaal. Toen nam Martine zich voor: ik verzin een formule die dat allemaal oplost. Er wordt heleboel overgepraat, maar er moet actie komen.  Een uitspraak die je in 2019 ook weer veel hoort bij jongeren, in het voetspoor van Greta Thunberg. Voor Martine betekende het dat ze scheikunde ging studeren, chemische technologie, in Groningen.

Martine levert ook een bijdrage bij VHTO, een (landelijk) bureau dat zich inzet om de participatie van meisjes en vrouwen in Beta, techniek en ICT te vergroten. Door het geven van gastlessen op lagere scholen en speeddates met groepen meiden op de middelbare school. Met als belangrijkste advies: ga iets doen waar je lol in hebt, en waarmee je nog zoveel mogelijk opties openhoudt voor daarna.

Martine van Gemert
Hoe ben je bij Innogy gekomen?

Na de studie op zoek naar interessante baan solliciteerde Martine her en der bij de ‘usual suspects’ voor net afgestudeerde chemici. Een studiegenoot wees haar op een traineeship bij (toenmalig) Edon: in 2 jaar kennismaken met allerlei facetten van het bedrijfsleven die in de studie niet of weinig aan bod kwamen: HR, finance, strategie, persoonlijke ontwikkeling.
Martine solliciteerde, en zag het destijds als een grote grap. Het electriciteitsproces lijkt voor een chemicus erg simpel: je gooit een beetje kolen in de ketel, stookt het op, stroompje gaat lopen, da’s alles. Haar verhaal viel echter goed, en ze mocht als trainee beginnen, terwijl ze zelf dacht: OK dacht ik, ik ga dit twee jaar doen en daarna ga ik een LEUKE baan zoeken ergens anders …

Martine is even stil en vervolgt: en nu zit ik 20 jaar later nog bij hetzelfde bedrijf. Wel steeds met andere naam: EDON, Essent, RWE, Innogy, nu even EON en met de hele hernieuwbare tak van Innogy op weg naar opnieuw RWE.

Martine is de laatste 10 jaar ontwikkelaar voor windprojecten, vanaf het allereerste idee, totdat de schop de grond in gaat. Weet je dat het 8 jaar duurt om een project van idee naar realisatie te brengen? Er zijn nu twee projecten waarvan ik vrijwel het hele traject heb meegemaakt, N33 en ‘De Dijk’.  N33 is een project met veel hindernissen; het dijk-project, zegt Martine glunderend, is een prachtig innovatief project met drie molens op de zeedijk bij de Eemshaven.

Wat doet Innogy? Wat is de focus van Innogy de komende drie maanden?

Innogy is een groot internationaal bedrijf me tienduizenden werknemers, actief op het gebied van duurzame productiemiddelen, zoals wind op zee en land en zon. Ook handel trouwens en – buiten Nederland- ook transport van elektriciteit. De Afdeling wind in Nederland bestaat uit ongeveer 25 personen en houdt zich bezig met ontwikkelen, bouwen en exploiteren van windparken.

De komende maanden is Innogy vooral bezig met de overgang van Innogy naar RWE, naar verwachting in Q1 2020. Dat vereist goed nadenken over de nieuwe niet-fossiele storyline. Het nieuwe RWE wil ook haar eigen bedrijfsvoering, inclusief de energieproductie zelf, in 2040 CO2 neutraal hebben.

Komende paar jaar?

Voor de komende jaren ziet Martine een organisatie voor zich die nog steeds worstelt met het daadwerkelijk realiseren van projecten in de veranderende wereld van energietransitie. We halen als Nederland de 2020 winddoelstellingen niet, en alle bedrijven die bezig zijn met hernieuwbare energie-infrastructuur zitten ongeveer in dezelfde fase van de projecten. We bewegen met zijn allen achter veranderende wetgeving aan, staan met zijn allen bij hetzelfde loket van de overheden om vergunningen te krijgen, en als we die hebben, staan we allemaal aan het bureau van de turbine verkopers. Zo schuift ook de bottleneck steeds mee door de keten.

Samenwerking in de energieketen

Als ik naar samenwerking in de keten vraag, denkt Martine even na. Dat is zoeken en worstelen, formuleert ze voorzichtig.  Dat onder andere energiebedrijven  bepalen wat er waar gebouwd wordt, dat is steeds minder vanzelfsprekend. Ook de traditionele energiebedrijven moeten zich aanpassen aan de werkwijze zoals nu in de maatschappij gevraagd wordt. Dat vergt veel praten met anderen, goed luisteren en je continu aanpassen. Martine denkt dat samenwerking met partijen als Bronnen van Ons, die sterk zijn in omgevingsmanagement, goed werkt en steeds belangrijker wordt.

Waar sta jij over 5 jaar?

Het mooie project De Dijk, waar Martine de afgelopen jaren aan gewerkt heeft, is in de bouwfase aangeland, en daarmee formeel niet meer haar taak. Gelukkig mag ik vanwege de vele informatie uit het ontwikkeltraject, zoals ontwerpuitgangspunten en vergunningeisen, nog veel meedenken. De turbines worden verwachting in de zomer 2020 in gebruik genomen. Ondertussen denkt Martine na over volgende stappen. Een mooi windpark samen met coöperaties? Een nieuwe uitdaging op een andere dijk? Meer samen optrekken met de nieuwe collega’s van RWE,  bijvoorbeeld van de energiecentrale in de Eemshaven? Alles is mogelijk, zolang het bijdraagt aan ons nieuwe energielandschap , besluit ze. 

 

Terwijl ik interview afrond, en de telefoon pak voor de foto’s, vraagt Martine.
Heb je nog even, dan vertel ik nog wat meer over De Dijk, ben ik zo trots op!
Inderdaad een mooi verhaal, voert iets te ver in kader van dit interview en verdient een apart blog.